Pachtcontract Petrus Bogers landbouwer te Lepelstraat 1937
Gegevens Topografie Halsteren (NBr.) Documenttype Kaart Vervaardiger
Adan, J.B. (naar Bestenbroers en Zuurland en Henri Adan) Jaar/Periode 1803
Collectie Bogers, R. te Lepelstraat Datum 02/04 Nummer Coll. Bogers, Het Slot
Omschrijving Halsteren: Handgetekende kaart van hoeve Het Slot onder Halsteren
en de Ruigevelden onder Steenbergen, op verzoek van rentmeester P.J. Adan.
Titel (kaarten) Extract caarte van de hoeve Het Slot gelegen onder Halsteren...item
de Ruijgevelden
Westbrabantsarchief Kaart hangt in Boerderij Hoeve t Slot Lepelstraat

KANTOOR
VAN MR. A. H. H.A. KROOTJES
NOTARIS
TE
BERGEN OP ZOOM.
AFSCHRIFT
van een pachtovereenkomst
VERPACHTER:
de Heer PETRUS EGIDIUS BOGERS,
landbouwer wonende te Lepelstraat,
gem. Halsteren A 279.
PACHTERS: Mejuffrouw PETRONELLA MARIA ANTONIA BOGERS
en anderen, allen landbouwer en wonende te Lepelstraat, gem. Halsteren.
a k t e d.d. 12 November 1937.
KANTOOR VAN MR. A. H. H.A. KROOTJES NOTARIS TE BERGEN OP ZOOM. AFSCHRIFT
van een pachtovereenkomst VERPACHTER: de Heer PETRUS EGIDIUS BOGERS,
landbouwer wonende te Lepelstraat, gem. Halsteren A 279. PACHTERS: Mejuffrouw
PETRONELLA MARIA ANTONIA BOGERS en anderen, allen landbouwer en wonende
te Lepelstraat, gem. Halsteren. a k t e d.d. 12 November 1937.
Op twaalf November negentien honderd zeven en dertig.
Verschenen voor mij, Meester Arnoldus Henricus Hubertus Antonius Krootjes,
Notaris ter standplaats Bergen op Zoom:
1. de Heer PETRUS EGIDIUS BOGERS, landbouwer wonende te Lepelstraat,
gemeente Halsteren A 279, hierna te noemen ver pachter, ter eene zijde,
en:
2. a. Mejuffrouw PETRONELLA MARIA ANTONIA BOGERS..
b. de Heer GUMARIS JOHANNES MARIA HENDRIKUS BOGERS,
c. de Heer HENDRIKUS CORNELIUS MARIA BOGERS en
d. de Heer LEONARDUS JACOBUS CORNELIUS MARIA BOGERS, allen landbouwer
en allen wonende te Lepelstraat, gemeente Halsteren, hierna te noemen
pachters, ter andere zijde. De comparant ter eene zijde verklaarde te
hebben verpacht aan de comparant en sub. 2 a, b, c en d genoemd gezamenlijk:
die verklaarden te hebben gepacht en in pacht aan te nemen:
A. Huis met schuur erf, stal en tuin, huisje met erf, bouwland, weiland,
moestuin en hakhout gelegen aan den Waterkant te Lepelstraat, gemeente
Halsteren, en kadastraal bij die Gemeente bekend in Sectie A nummers
73 -79 -83 -84 - 85 - 107 - 108 - 616 - 74 - 75 - 76 - 78 - 110 - 1697
- 1743 - 1526 - 1603 - 1845 651 - 668 - 669 - 670 - 671 - 674 - 675
- 672 - 673 - 676 - 1838 - 1840 en 1839, samen groot ongeveer drie en
twintig Hectaren zestig Aren en drie en zestig Cent aren en ongeveer
zes en zeventig Centiaren van een ongenummerd perceel gelegen aldaar
in Sectie A, met uitzondering evenwel ven de vier honderd vijf en tachtig
Centiaren in -- voormeld nummer A 1839, welke op het kadaster ten name
ven mede-eigenaren te boek staan en de ongeveer honderd en der tien
Centiaren in het voormelde perceel A 1743, dewelke zyn geruild tegen
de hiervoor omschreven ongeveer zes en zeventig Centiaren van een ongenummerd
perceel.
B. Den geheelen landbouwers inspan als: paarden, vee, landbouwwerktuigen
en gereedschappen en alles wat daartoe kan geacht worden te behooren,
De comparenten verklaarden het gepachte voldoende te kennen en over
en weder af te zien van elke nadere omschrijving, zullende verschil
daaromtrent of omtrent de grootte van het verpachte nimmer aanleiding
kunnen geven tot vernietiging dezer overeenkomst, noch tot vermeerdering
of vermindering van den pachtprijs. Voorts verklaarden de comparanten,
dat deze huurovereenkomst is aangegaan voor een tijd en termijn van
elf achtereenvolgende jaren, ingaande heden en alzoo eindigende op elf
November negentien honderd acht en veertig en tegen een jaarlijksche
pachtsom van negen honderd vijftig gulden voor het onder A. omschreven
onroerend goed en van een honderd en vijftig gulden voor den onder B.
omschreven landbouwers inspan, en voorts onder de navolgende bepalingen
en bedingen :
1. Indien een of meer van de hiervoor genoemde pachters het landbouwbedrijf
op de bij deze akte gepachte onroerende goederen niet uitoefent ofwel
de pachtster Petronella Maria Antonia Bogers sub. 2 a. genoemd in het
huwelijk treedt, zal deze pacht overeenkomst ten aanzien van de of den
uit het
bedrijf getredene(n) pachter(s) ofwel ten aanzien van de gehuwde pachtster
geacht worden van rechtswege te zijn geëindigd en het aandeel van
de(n) uitgetredene (n) of gehuwde als do or de overige pachters gepacht
worden beschouwd, zonder dat daaromtrent eenige verrekening hoe ook
genaamd zal zijn vereischt.
2. De pachters zijn tegenover den verpachter verantwoordelijk voor elk
verlies en elke beschadiging van den onder B omschreven landbouwers
inspan. Zij zijn gehouden zulks ten behoeve van den verpachter, voor
de onmiddellijke en gelijkwaardige vervanging van verloren paarden en
vee en van verloren, beschadigde of versleten goederen of voorwerpen
op hunne kosten zorg te dragen. De kosten voor de verzekering tegen
brand en andere onheilen van de onder B. omschreven goederen zijn voor
rekening vanden verpachter.
3. Verpachter en zijne echtgenoote hebben het recht om gedurende hun
leven van het woonhuis, schuur en tuin, plaatselijk gemerkt Lepelstraat
A 279, een zoodanig gebruik te maken als noodig is om hun een huisvesting
te verschaffen als tot nu toe verpachter en zijne echtgenoote daarin
hebben gehad.
4. Met inachtneming van het onder 3 bepaalde waarborgt de verpachter
aan de pachters het rustig genot van het verpachte.
5. De betaling der pachtpenningen zal door de pachters aan den verpachter
of diens gevolmachtigde moeten geschieden zonder eenige korting, kosten
of schuldvergelijking in goed Nederlandsch geld of bankpapier, telkenjare
op den elfden November, eerstmaal op elf November negentien honderd
acht en dertig.
6. De pachters zijn verplicht het gepachte als goede landbouwers te
gebruiken, het onroerend goed steeds behoorlijk te bemesten; het is
hun verboden in de laatste twee jaren het gepachte met schuimaarde te
bemesten. De pachters zijn verplicht het gepachte onroerend goed met
goed en zuiver zaad te bezaaien, van onkruid zuiver te houden en de
molshoopen te slechten.
7. De pachters zijn verplicht de slooten en greppels van het gepachte
onroerend goed op behoorlijke diepte te houden en de wegen en waterleidingen
op dit gepachte aanwezig, keur en schouwbaar te houden volgens de voorschriften
van de de daarover gestelde macht, komende alle schaden en boeten door
hun nalatigheid daaraan veroorzaakt, geheel te kunnen laste.
8. De pachters zullen geen sloot- of andere aarde op de kanten der landen
mogen laten liggen, doch die te bekwamen tijde over dezelve moeten uitwerpen,
zij zullen het gepachte onroerend goed niet mogen uit turven of uitmoeren,
noch potaarde of andere specie mogen uit delven. Zij zullen voorts gehouden
zijn alle diensten te verleenen, welke het bestuur der gemeente of van
den polder aan de wegen, slooten en waterlossingen mocht of mochten
vorderen, zonder daarvoor eenige vergoeding van den verpachter te kunnen
vorderen.
9. De pachters zijn verplicht om geheel te hunnen laste te onderhouden
al de hekken, palen, bruggen, dammen en vonders voor zoover die op het
gepachte onroerend goed aanwezig zijn
10. Het is den pachters verboden het gepachte onroerend goed zonder
schriftelijke toestemming van den verpacht er onder te verpachten of
aan derden, onder welken titel ook, in pacht of in gebruik af te staan,
het geheel of gedeeltelijk van aard of bestemming te veranderen en om
ingevolge artikel 27 der Pachtwet negentien honderd zeven en dertig
machtiging aan den bevoegden rechter te vragen om het gepachte onroerend
goed van bestemming te mogen veranderen.
11. De pachters hebben geen recht op vermindering van den pachtprijs,
op schadevergoeding of op
ontbinding dezer pacht overeenkomst, indien later bekend geworden gebreken
mochten blijken belemmerend of verliesgevend te werken op de bedrijf
uitoefening.
12. De verpachter heeft steeds het recht onderzoek te doen of te laten
doen of de pachters in alle opzichten aan hunne verplichtingen voldoen,
waartoe verpachter of zijn gemachtigde te allen tijde het recht van
vrijen toegang tot het verpachte onroerend goed hebben.
13. Bij niet-nakoming door de pachters van eenige bepaling of beding
dezer pachtovereenkomst alsmede bij niet-betaling van den pachtprijs
op de bepaalde termijnen, zijnde pachters in gebreke door het enkele
feit der overtreding of niet nakoming of het enkel verloop van den bepaalden
termijn en kan door den verpachter dadelijke ont binding dezer pachtovereenkomst
in recht en gevorderd worden.
14. Alle kosten, op deze pacht overeenkomst vallende, alsmede alle overige
kosten, waartoe deze pachtovereenkomst aanleiding mocht geven, zullen
door de pachters worden gedragen.
15. Partijen verklaren voor daden van gerechtelijke tenuitvoerlegging
domicilie te kiezen ten kantore van den bewaar. der dezer minute.
16. Ter berekening van het zegelrecht worden de lasten, den pachters
opgelegd boven den overeengekomen huurprijs, door partijen begroot op
vijftig gulden voor elk pacht jaar.
Waarvan akte, in minuut opgemaakt, is verleden te Lepelstraat, gemeente
Halsteren, op datum in het hoofd dezer akte gemeld in tegenwoordigheid
van de Heeren François Antonius Marinus Tierolff candidaat-notaris
en Petrus Marinus Gouverneur, notarisklerk beiden wonende te Bergen
op Zoom als getuigen. De verschenen personen en de getuigen zijn aan
mij, notaris, bekend en hebben deze akte onmiddellijk na voorlezing
met mij, notaris, geteekend. P.E.Bogers - P.Bogers - G.Bogers - H.Bogers
-L.Bogers - P. M.Gouverneur F.Tierolff - Arn. Krootjes.
Gratis Geregistreerd te Bergen op Zoom, den achttien November 1900 zeven
en dertig deel 14 folio 4 nummer 40 twee bladnen vier renvooien. Ontvangen
voor recht nihil.
H.A. KROOTJES FS NOTARIS TE BERGEN OP Z00M
De Ontvanger: Nelemans.
Uitgegeven voor AFSCHRIFT, heden drie en twintig November negentien
honderd zeven en dertig.
Pachtcontract of pachtovereenkomst in PDF
- Frank Bogers oktober 2022 -
© Frank Bogers oktober 2022