Kantoor van Mr A. H. H. A. Krootjes
Notaris te Bergen op Zoom
E E R S T E G R O S S E
Van eene akte inhoudende vestiging lijfrente met overname
onroerend goed en beding van hypotheek.
Schuldeiser-rentetrekker:
HENRICUS CORNELIS BERNARDUS BOGERS,
zonder beroep wonende te Halsteren. Dorpstraat B 33

KANTOOR
van
Mr. A.H.H.A. Krootjes
N O T A R I S
te
Bergen op Zoom
___________
E E R S T E G R O S S E
Van eene akte inhoudende vestiging lijfrente met overname
onroerend goed en beding van hypotheek.
Schuldeischer-rentetrekker: HENRICUS CORNELIS BERNARDUS BOGERS, zonder
beroep wonende te Halsteren.
Schuldenaren renteschuldigen: GUMARIS HOHANNES MARIA HENDRIKUS BOGERS,
en anderen,
allen landbouwers wonende te Halsteren, Lepelstraat A 279 akte d.d.
7 October 1938 .

I N - N A A M - D E R - K O N I N G I N G
Op zeven October negentien honderd acht en dertig.
Verschenen voor mijn, Meester Arnoldus Henricus Hubertus Antonius Krootjes,
Notaris ter standplaats Bergen op Zoom.
1. De Heer HENRICUS CORNELIS BERNARDUS BOGERS, zonder beroep wonende
te Halsteren, Dorpstraat B 33, ter eene zijde, en
2a. de Heer GUMARIS HOHANNES MARIA HENDRIKUS BOGERS,
b. de Heer HENDRIKES CORNELIUS MARIA BOGERS,
c. Mejuffrouw PETRONELLA MARIA ANTONIA BOGERS,
allen landbouwers wonende te Lepelstraat A 279, Gemeente Halsteren
ter nadere zijde.
De comparanten verklaarden een overeenkomst tot vestiging eener lijfrente
tegen overdracht van onroerend goed te hebben gesloten, krachtens welke
overeenkomst:
a: de comparant ter eene zijde bij deze verklaarde in vollen eigendom
over te dragen aan de comparanten ter andere zijde, die verklaaarden
bij deze krachtens die overeenkomst ieder voor het onverdeeld een/derde
gedeelte in vollen eigendom aan te nemen:
Huis met erf en tuin gelegen aan de Dorpstraat plaatselijk gemerkt B
32, kadestraal bekend als Gemeente Halsteren Sectie C nummer 2297, groot
twee en zestig centiaren, alsmede het ter plaatse kennelijke afgescheiden
Zuidelijk gedeelte ter grootte van ongeveer als aren van het perceel
Sectie C nummer 2296.
b. De comparanten ter andere zijden verklaarden bij deze te zullen uitkeeren
aan den comparant ter eene zijde gedurende zijn leven eene lijfrente
van NEGEN GULDEN PER WEEK gedurende de eerste tienjaren na heden en
daarna VIJF GULDEN PER WEEK

De comparanten verklaarden dat deze overeenkomst is geschied
onder de navolgende bedingen:
Artikel 1. De comparanten ter andere zijde aanvaarden gemeld onroerend
goed in den staat waarin zich dit thans bevindt, Zij hebben van heden
af recht op de huur- en pachtpenningen daarvan en nemen de daarop drukkende
zakelijke lasten alsmede de straatbelasting voor hunne rekening vanaf
een Januari aanstaande.
Artikel 2. Elke vordering wegens over- of ondermaat van gemeld onroerend
goed wordt uitgesloten, terwijl elke vrijwaring wordt uitgesloten met
uitzondering van die wegens uitwinning
Artikel 3. Ten laste van het onverkocht gebleven gedeelte van voorschreven
perceel gemeenste Halsteren Sectie C nummer 2296 en tenbehoeve van het
bij deze akte overgedragen onroerend goed, worden gevestigd:
a. de erfdienstbaarheid van weg om met auto of ander voertuig te rijden
van de straat naar de garage (te bouwen op het verkochte gedeelte van
voormeld terrein van het onverkocht gedeelte van dat perceel 2296 (welk
gedeelte is gelegen tusschen het huis en de hegge) met die voertuigen
te keeren en te draaien.
b. de erfdienstbaarheid van rioleering voor afvoer van water, vuilnis
en fecaliën en dergelijke van het in deze overgedragen onroerend
goed, een en ander zooals thans reeds geschiedt.
Artikel 4. De lijfrente zal moeten worden voldaan en zulks onverschillig
of het in deze overgedragen pand al dan niet is verhuurd, in vierwekelijksche
termijnen van zes en dertig gulden, voor het eerst op een November aanstaande
vanaf drie October laatsleden en zoo vervolgens iedere vier weken later.

Van den derden October negentien honderd acht en veertig
af wordt de lijfrente teruggebracht tot VIJF GULDEN per week indien
de comparant ter eene zijde dan nog in leven is zullende bij overlijden
van den renteheffer geene restitutie behoeven plaats te vinden van den
laatst ontvangen ter mijn of een gedeelte daarvan,
Artikel 5. De betalingen zullen moeten geschieden in goed grof Nederlandsch
geld of in Nederlandsch bankpapier ter keuze van den renteheffer in
zijn handen en tegen kwitantie van hem, zonder eenige korting of eenige
compensatie, hoe ook genaamd.
Artikel 6. De verplichting tot betaling van de lijfrente termijnen en
van de som hierna in artikel 7 te neemen zijn ten aanzien van de erfgenamen
en rechtverkrijgende ondeelbaar.
Artikel 7. Bij wanbetaling der lijfrente op de vastgestelde tijden zijn
de renteschuldigen verplicht binnen 3 weken na de verschijning aan den
renteheffer ter hand te stellen een som van tien duizend gulden daarmede,
tot zekerheid van de vervallen renten, een inschrijving te nemen op
een der Grootboeken van de Nationale Schuld ten name van de renteschuldigen,
als eigenaren, en van den renteheffer als rechthebbende levenslang op
de interessen.
Wordt aan deze verplichting niet binnen den gestelden termijn voldaan,
dan zal deze overeenkomst van verkoop en koop terstond ontbonden zijn,
zonder eene voorafgaande ingebreken stelling en zonder dat eene ontbinding
in rechten ter eene zijde het overgedragen onroerend goed terugneemt.
Zonder dat hij verplicht is de ontvangen betalingen, noch de kosten
van overdracht terug te geven, en evenmin de kosten van onderhoud of
die voor herstellingen of nuttige verbeteringen aan het onroerend goed
gedaan, veel minder nog die, welke tot sieraad van het onroerend goed
besteed zijn.

Vermindering in waarde, veroorzaakt door de schuld of
door het toedoen van comparanten ter andere zijde of door hun verzuim
van gewoon onderhoud, wordt door hen aan den comparant ter eene zijde
vergoed.
Ter waarborging van de betaling der som van tien duizend gulden verklaarden:
comparant ter eene zijde tot dat bedrag zich hypotheek voor te behouden
op het verkochte onroerende goed en de koopers in deze voorbehouden
hypotheek toe te stemmen.
De comparanten verklaarden, dat zij ter zake van dit voor behouden recht
van hypotheek de volgende bedingen hebben gemaakt:
a) De opstal van het onroerend goed wordt door de renteschuldigen ten
name en ten genoege van den renteheffer, tegen schade door brand verzekerd
in een Nederlandsche Brandwaarborgmaatschappij ten beloope der herbouwwaarde
tegen een vaste premie, of bij onderlingen waarborg, met beding van
wederopbouw..
b) Binnen drie weken na het verlijden dezer akte wordt de polis van
verzekering tegen brandschade aan den renteheffer ter hand gesteld en
jaarlijks op den eersten Januari en den eersten Mei worden hem vertoond
de bewijzen van voldoening van de grondbelasting over het afgeloopen
dienstjaar en van de premie of van het aandeel in de brandschade.

c) Het onroerend goed moet in alle opzichten in goeden
staat van onderhoud worden gehouden en mag niet in waarde worden verminderd,
waarnaar de renteheffer steeds onderzoek mag laten doen; het mag zonder
schriftelijke toestemming van den renteheffer niet van bestemming worden
veranderd, niet worden verhuurd en nooit met beding van vooruitgenieting
der huurpenningen; met-geen erfdienstbaarheden, noch met meerdere zakelijke
rechten worden bezwaard en niet worden vervreemd.
d) door niet-nakoming of door overtreding van een der gemaakte bedingen,
bij verklaring van de renteschuldigen in staat van faillissement, bij
boedelafstand en bij inbeslagneming van het onroerend goed kan de renteheffer,
zonder dat de renteschuldigen door een bevel of andere soortgelijke
akte behoeven te worden in gebreke gesteld, terstond van deze vorderen
af betaling van de bedongen som van tien duizend gulden of het verkochte
onroerend goed terugnemen op de wijze, als in artikel 7 is omschreven.
Indien de renteheffer de betaling vordert van gemeld bedrag van tien
duizend gulden is hij bij gebreke van betaling daarvan onherroepelijk
gemachtigd om het verbonden onroerend goed overeenkomstig artikel 1223
van het Burgerlijk Wetboek in het openbaar volgens plaatselijke gebruiken
en ten overstaan van een nota ris te doen verkoopen teneinde uit de
opbrengst gemeld bedrag van tien duizend gulden te verhalen.
e) Alle kosten, zonder uitzondering, ook die, welke de renteheffer tot
behoud en ter uitoefening van zijn rechten heeft noodig geoordeeld te
maken, komen ten laste van de renteschuldigen.
f) Bij willigen verkoop van het onroerend goed heeft geen zuivering
plaats van het daarop te vestigen hypothecair verband.

Partijen verklaren al het vorenstaande met al de daarbij
gemaakte bepalingen en bedingen voor zich aan te nemen en voor de uitvoering
dezer akte woonplaats te kiezen ten kantore van den bewaarder dezer
minute.
--Waarvan akte, in minuut opgemaakt, is verleden te Bergen op Zoom,
op datum in het hoofd dezer akte gemeld in tegenwoordigheid van de Heeren
Hendrik Cornelis-Brugmans, en Petrus Marinus Gouverneur, beiden notarisklerk
en beiden wonende te Bergen op Zoom als getuigen.
De verschenen personen en de getuigen zijn aan mij, notaris, bekend
en hebben deze akte onmiddellijk na voorlezing met mij, notaris, geteekend.
H. Bogers - G. Bogers - H Bogers - P. Bogers - H. Brugmans - P.M. Gouverneur
Arn. Krootjes.
Geregistreerd te Bergen op Zoom, den vijftien October 1900. acht en
dertig deel 16 folio 56 nummer 540, drie bladen twee renvooien. Ontvangen
voor recht f 112,50; opcenten f 22,50; totaal: een honderd vijf en dertig
gulden, f 135.- De Ontvanger: H. R. Heerema.
Mr. A. H. H. A. KROOTJES NOTARIS TE BERGEN OP ZOOM
Uitgegeven voor EERSTE GROSSE aan en ten verzoeke van den Heer Henricus
Cornelis Bernardus Bogers, zonder beroep wonende te Halsteren, heden
vijf en twintig October negentien honderd acht en dertig.-----
BORDEREL VAN INSCHRIJVING - Dorpstraat B33 - is anno 2024 Dorpstraat 77 Halsteren

BORDEREL VAN INSCHRIJVING
Ten behoeve van den Heer HENRICUS CORNELIS BERNARDUS BOGERS, zonder
beroep wonende te Halsteren, Dorpsstraat B 33.
Ten laste van 1. den Heer GUMARIS JOHANNES MARIA HENDRIKUS BOGERS, 2.
den Heer HENDRIKUS CORNELIUS 2 MARIA BOGERS en 3. Mejuffrouw PETRONELLA
MARIA ANTONI A BOGERS, allen landbouwers wonende te Lepelstraat A 279,
Gemeente Halsteren.
Voor wie woonplaats wordt gekozen ten kantore van den bewaarder van
na te melden rechtstitel.
Krachtens akte van verkoop en koop onder beding van lijfrente met voorbehoud
van hypotheek verleden voor den Notaris Mr. ARNOLDUS HENRICUS HUBERTUS
ANTONIUS KROOTJES ter standplaats Bergen op Zoom den zevenden October
negentien honderd acht en dertig.
Ter waarborging van de betaling van eene som van TIEN DUIZEND GULDEN,
f 10.000== en zulks voor niet nakoming van de betaling van de bij die
akte overeen gekomen lijfrente ten behoeve van den Heer HENRICUS CORNELIS
BERNARDUS BOGERS voornoemd,
Wordt verzocht:
A. Hypothecaire inschrijving op het navolgend onroerend goed, eigendom
van de Heeren G.J.M.H. en H.C.M. Bogers en van Mejuffrouw P.M.A. Bogers
hiervoor genoemd als renteschuldigen.
Huis met erf en tuin gelegen te Halsteren aan de Dorpsstraat, plaatselijk
gemerkt B 32, kadastraal bekend als Gemeente Halsteren Sectie C nummer
2297, groot twee en zestig Centiaren, alsmede het ter plaatse kennelijk
afgescheiden Zuidelijk gedeelte ter grootte van ongeveer elf Aren van
het perceel Sectie C nummer 2296, zooals genoemde renteschuldigen aangekomen
blijkens de hiervoor aangehaalde akte welke bij uittreksel is overgeschreven
ten Hypotheek kantore te Breda op 8 October 1938 in deel 1634 nummer
29
B. Aanteekening in de daartoe bestemde openbare registers van de navolgende
bij die akte gemaakte bepalingen en bedingen:
1. De renteschuldigen zijn verplicht aan den Heer H.C.B. Bogers als
rentetrekker uit te keeren eene lijfrente van f 9,-- per week gedurende
de eerste 10 jaren na heden en daarna van / 5 = per week, gedurende
de eerste 10 jaren te voldoen in vierwekelijksche termijnen van f 36.
2. De opstal van het onroerend goed moet door de renteschuldigden tegen
brandschade worden verzekerd.

3. Het onroerend goed moet in alle opzichten in goeden
staat van onderhoud worden gehouden, waarnaar de renteheffer steeds
onderzoek mag laten doen; het mag zonder schriftelijke toestemming van
den renteheffer niet van bestemming worden veranderd, niet worden verhuurd
en nooit met beding van vooruitgenieting der huurpenningen; met geene
erfdienstbaarheden, noch met meerdere zakelijke rechten worden bezwaard
en niet worden vervreemd.
4. Door niet-nakoming of door overtreding van een der gemaakte bedingen,
bij verklaring van de rente- schuldigen in staat van faillissement,
bij boedelafstand en bij inbeslagneming van het onroerend goed kan de
renteheffer, zonder dat de renteschuldigden door een bevel of andere
soortgelijke akte behoeven te worden in gebreke gesteld, terstond van
deze vorderen of betaling van de bedingen som van f 10.000,= of het
verkochte onroerend goed terugnemen.
5. Bij willigen verkoop van het onroerend goed heeft geene zuivering
plaats van het daarop tevestigen hypothecair verband. Doorhaling goedgekeurd.
Namens de renteheffer: indien de renteheffer de betaling vordert van
gemeld bedrag van tien duizend gulden is hij bij ge- breke van betaling
daarvan onherroepelijk gemachtigd om het verbonden onroerend goed overeenkomstig
artikel 1223 van het Burgerlijk Wetboek in het openbaar volgens plaatselijke
gebruiken en ten overstaan van een notaris te doen verkoopen ten einde
uit de opbrengst gemeld bedrag van tien duizend gulden te verhalen.
Bijvoeging goedgekeurd.
Dagregister deel 198 No.177.2. Ingeschreven ten Hypotheekkantore te
BREDA den tienden
oktober 1900 achtendertig in deel 590 No. 102
Ontvangen voor recht Vier gulden zes en vijftig cent f 4,56
De Hypotheekbewaarder,
U kunt de orginele akte van akte-lijfrente-bogers-henri-gommert-1938 downloaden klik hier
© Frank Bogers mei 2024